De Magritte’s en Milquet… Bart Eeckhout, mogen de Franstaligen nog bestaan ?
De Vlamingen bestaan. Als concept. Als « volk ». Met mythes, kleuren, een vlag, termen als confederalisme, de taal is gans het volk, al dan niet omstreden helden. Vlaanderen communiceert en reageert als een staat. Het is normaal geworden, het is standaard ingebouwd. Maar wanneer « de Franstalige Belgen » dezelfde logica toepassen is het kot te klein. Nu ook in De Morgen.
Il stel dus de vraag : mogen de Franstaligen eigenlijk bestaan, Bart Eeckhout ?
In uw column over Joëlle Milquet beschildert u haar als « eng-nationalist » omdat ze zei « perplex » te zijn nadat (en niet « omdat » zoals u schrijft) twee Magritte’s (eigenlijk 3 met de beste muziek) werden uitgereikt aan Vlamingen. Volgens u zou de N-VA daar in het omgekeerde geval niet mee durven afkomen of de kritiek zou genadeloos zijn. In andere woorden, Vlamingen doen het weer beter, zeker ? Eigenlijk niet, want het omgekeerde is nooit gebeurd : alleen dit jaar al kregen Vlaamse acteurs evenveel Magritte-beeldjes dan Franstalige collega’s op 6 jaar Ensors.
Mogen Franstaligen hun politici nog verkiezen ?
Uw « kill-the-bitch » column steunde op enkel één zin uit een vrij genuanceerde speech. U concludeerde dat « de Franstalige Belgen » al te lang de domheid van « deze politica » ondergaan. Hoe minachtend voor uw zuiderburen : « Franstalige Belgen » ondergaan haar domheid niet ! Ze hebben haar verkozen ! Of zijn ze dan ook dom ?
Milquet is steeds populair. Ik begrijp het ook niet, hoor. Maar dat geldt voor een pak politici, ook uit het Noorden. Ik zou even minachtend kunnen schrijven van : « Arme Vlamingen die het populisme van een Bart De Wever wekelijks moeten ondergaan ! Of de ridicule ‘vijf minuten moed’ van Yves Leterme. Of de xenofobie van Filip Dewinter. «
« Je voudrais d’abord rappeler que sont éligibles aux Magritte tous les comédiens belges, qu’ils soient francophones ou flamands » (Joëlle Milquet)
Proberen te begrijpen waarom Milquet zich perplex voorstelde vond u blijkbaar niet nodig. Integendeel, u haalde al gauw de oude koeien uit de sloot met uw lompe, paranoïde « sale Flamand » ! De conclusie die iedereen moest trekken was : « Milquet is een racist. »
Maar racisme begint niet wanneer een Zwarte zich vragen stelt over de overwinning van een Blanke in een Zwarte competitie. Racisme begint wanneer men beslist dat er Zwarte competities zijn, en Blanke competities. Wat daarna gebeurt is adaptatie.
Mogen franstaligen Franstaligen zijn ?
In ons land (ik bedoel : België…) begon het vijftig jaar geleden wanneer men de segregatie tussen gemeenschappen heeft geïnstitueerd (weliswaar na een onaanvaardbare dominatie van het Frans). Politici vonden dat Vlamingen (voor) de Vlaamse cultuur moesten betalen, promoten en organiseren, en omgekeerd, pour les Francophones la même chose. De door u beschreven « eng-nationalistische visie op cultuur » is dus niet aan Milquet te wijten, het is ingebouwd in ons land.
De cultuur-acteurs hebben daarna een eigen filmfestival georganiseerd in iedere gemeenschap omdat het de logica was geworden. Eerst voor de Vlaming, om de Vlaamse films en de Vlaamse acteurs te promoten, met Vlaams geld : euro’s. Het antwoord daarop was een filmfestival voor le Francophone, om de Franstalige films en de Franstalige acteurs te promoten. Met Franstalig geld : des euros.
« Les acteurs récompensés sont excellents. […] Wim Willaert et Veerle Baetens, les lauréats de cette année, sont tous deux couronnés pour des rôles en français, dans des films en français. » (Joëlle Milquet)
De segregatie had de sector toen al erger besmet. Beide gemeenschappen waren protectionist geworden : ik kreeg eens de kans om voor een Vlaamse productie te werken. Maar ik moest schriftelijk bevestigen dat ik « een Vlaming » was, want één Franstalige in de productielijst en de subsidiëring door de Vlaamse Gemeenschap was om zeep. Ik dacht aan mijn grootvader die in 1940 in Duitsland moest bewijzen dat hij « een Duitser » was, en geen « Jood », om zijn job te behouden, en ik weigerde. Een van de talrijke verschillen met Nazi-Duitsland is natuurlijk dat ook Vlamingen hetzelfde hebben meegemaakt met Franstalige producties. Segregatie is gemakkelijker te verdragen en te verantwoorden wanneer de twee grote gemeenschappen actief meedoen. Maar het blijft segregatie.
Mogen Franstaligen ‘neen’ zeggen ?
In ons land moet trouwens iedereen kleur bekennen : je bent un Francophone of een Vlaming.
- Mijnheer, mag ik de twee zijn ? Of de drie ? Ik ben ook een beetje Duitstalig…
- Neen, want de Mouvement flamand tolereert geen dubbele identiteit, jongen !
Segregatie, dus. En deftig toegepast. In het Brusselse Parlement zijn tweetalige partijen verboden. Op 4 ministerzetels mogen alleen Zwarten zitten, op vier anderen, alleen Blanken. In 2007 kwamen we nog dichter bij Apartheid in Brussel, Wanneer de Vlaamse regering een job-korting wou toewijden aan enkel de Vlaamse Brusselaars. En een betere sociale zorg, en een hoger kindergeld. Dit conform de in 1999 in het Vlaamse Parlement gestemde resoluties, door allé Vlaamse partijen.
En ze meenden het : in 2007 kwam Yves Leterme het hele pakket opeisen van de Franstaligen. En wie heeft daar neen tegen gezegd ? Joëlle Milquet ! Zo is ze in Vlaanderen « Madame Non » geworden. Omdat ze nee zei tegen Apartheid, nationalisme, nog meer segregatie en communautarisme. Een vieze madam. Bêkes.
Mogen de Franstaligen ministers hebben (en mogen ze vragen beantwoorden) ?
In uw column vraagt u waarmee Milquet zich bemoeit. Hoe gênant voor een journalist ! Ze deed gewoon wat je van een Minister van Cultuur verwacht die de Magritte’s financiert : ze antwoordde op vragen van parlementsleden tijdens het wettelijke vragenuurtje in het Franstalige Parlement. Het verslag vindt u hier.
Er waren inderdaad vragen over de « Vlaamsheid » van twee laureaten, Veerle Baetens en Wim Willaert. Niemand heeft hun overwinning gecontesteerd, Milquet zeker niet. Het probleem was hier ook niet dat een Vlaming een Waalse prijs had gewonnen. Dat was al eerder gebeurd, met Matthias Schoenaerts (beste acteur in een eerste rol) en Jan Decleir (beste acteur in een bijrol). Intussen waren al zeven Vlaamse acteurs genomineerd (en bijna evenveel Vlaamse componisten). En dat allemaal zonder enige polemiek : de meeste Franstaligen waren integendeel trots op die vertoning van openheid, Milquet ook.
« Lors de la dernière édition, en 2015, la francophone Babetida Sadjo a reçu le prix [Ensor] de meilleure actrice dans un second rôle. » (Joëlle Milquet)
De heisa ontstond dit jaar enkel omdat twee Vlamingen werden bekroond als beste Franstalige acteur én actrice in een hoofdrol. En vreemd genoeg, de twee die ook in 2013 de Ensors van beste acteur en beste actrice samen hadden « gewonnen » ! Twee bekende Vlamingen die in Franstalig België totaal onbekend zijn (ja, dat ook nog…) deden het beter dan enkele van de meest befaamde Belgisch-Franstalige movie stars : Yolande Moreau, Annie Cordy, Bouli Lanners, François Damiens, Jérémie Renier. Alleen Christelle Cornil is iets minder beroemd.
Geen van die zes zeeeeeeeer bekende Franstaligen kreeg in het verleden een Magritte voor een hoofdrol. Yolande Moreau kreeg wél zo’n César en nog twee anderen voor een bijrol, stel u voor ! François Damiens en Annie Cordy werden nog helemaal nooit door een Magritte erkend in hun eigen gemeenschap. Wat Cordy betreft schreef Ciné-Revue met hoop : « Côté féminin, Annie Cordy s’annonce comme la favorite pour sa prestation dans ‘Les souvenirs’, face à Veerle Baetens, Christelle Cornil et Yolande Moreau. » Het had ook een ongelooflijk lange carrière bekroond. Niet, dus.
Hebben de Franstaligen recht op een beetje zelfvertrouwen ?
Nu, een gemeenschap heeft geen identiteit nodig. Dat is nationalistisch. Maar een beetje zelfvertrouwen mag. Zeker wanneer haar leden zo vaak als onefficiënt, onbekwaam of lui door eminente politici en intellectuelen uit de grotere gemeenschap worden beschilderd
De Franstaligen zijn ook dagelijks geconfronteerd met een veel sterkere merk, Vlaanderen. Sterk genoeg om een Axel Hirsoux naar de Eurosong-festival te sturen, bijvoorbeeld. Ja, dat was ook een mooie teken van openheid. Maar Vlaanderen is ook sterk om zijn eigen artiesten op Wikipedia als « Vlaams » te kenmerken ipv « Belg ». Ook Veerle Baetens wordt er zo beschreven.
« Je ne remets aucunement en cause les qualités artistiques et le signal d’ouverture. Je m’interroge toutefois sur la nécessité qu’il se soit manifesté dans de telles proportions. » (Joëlle Milquet)
Vlaams kan dus een persoon beschrijven. Franstalig, integendeel, zegt enkel welke taal men spreekt. Het is een beschrijving bij verstek. Franstaligen proberen die al jaren in te vullen, zonder veel succes. Het zit er gewoon niet in. Dus, wanneer zelfs hun beste acteurs « verliezen » tegen acteurs uit de sterkere gemeenschap, worden ze… perplex.
Dan stromen de al dan niet pertinente vragen, soms met een identitaire tint : zijn Franstalige acteurs minder goed ? Hebben Vlaamse acteurs meer talent ? Moet de scholing in het Zuiden dan verbeterd worden ? Zijn Franstalige jury’s iets te geneigd om Vlaamse artiesten te verkiezen om België te verwezenlijken, of te redden ? Hebben een aantal juryleden niet zo zeer voor de Vlaamse acteurs gestemd als tegen te bekende Franstaligen die men al genoeg ziet ?
Zijn er te weinig Franstaligen die in het Noorden spelen of mogen spelen ? Of is dat omwille van hun gebrekkig Nederlands ? Koestert de Franstalige gemeenschap zo weinig zijn eigen ‘kinderen’ ? Waarvoor dienen Franstalige awards indien de meest bekende acteurs van de gemeenschap er geen kunnen krijgen ? Dient het schaarse Franstalige cultuurgeld nu hoofdzakelijk om Vlaamse acteurs te promoten ?
En is men vergeten dat film-awards weinig met kunst te maken hebben (kunst kent geen taalgrens ; there is no such thing as a ‘best’ artist…) en alles met promotie, communicatie, business ?
Vragen en nog vragen. Daar kon de politiek niet naast kijken.
Mogen Franstalige acteurs bestaan ?
Maar het gaat niet zozeer om glorie : zo’n prijs verhoogt de kansen van de winnaar-es. Hij/zij komt dan vaker in aanmerking voor een casting, een rol. Een heleboel Franstalige cultuur-acteurs betreuren dat het hier altijd de tien zelfden zijn die genomineerd worden. Een Thomas Blanchard, bijvoorbeeld, magistraal in de hoofdrol in Préjudice, kwam dit jaar niet in aanmerking. Arno Hintjens wel, voor zijn indrukwekkend sobere interpretatie in een bijrol, in dezelfde film. Dan denken de vergeten talenten van : voor één keer dat er nieuwe figuren genomineerd waren voor een hoofdrol, kwamen ze uit Vlaanderen !
« La Fédération Wallonie-Bruxelles compte toutefois des talents importants et notre premier devoir est de les faire connaître. » (Joëlle Milquet)
Dat allemaal gebeurt in een context waar de Franstalige acteurs het nog moeilijker hebben dan de Vlaamse. Een Waalse artiest bewondert de Vlaamse TV-wereld, waar (volgens uGent) 74% van de Vlaamse acteurs op één jaar alleen al een betaalde rol kregen. Het lijkt paradijs. Die relatieve, hoewel vaak tastbare, zuidelijke armoede raakt niet alleen acteurs, maar bijna iedereen in de Franstalige audiovisuele industrie. Het budget van de VRT is dubbel zo hoog als die van de RTBF. En zelfs publiciteit brengt geen zout in de pap meer. Reclame brengt in Vlaanderen 23 €/1.000 contacten, in Franstalig België maar 19 €. Vlaamse zenders boeken dan weer 84% van de kijkcijfers in Vlaanderen, ‘Waalse’ amper 55% in het Zuiden — de Franse zenders zijn er erg populair.
Kortom, (veel) minder geld is in ons. En veel minder hoop. Sommigen verlaten het land want « il n’y a plus rien à faire ici ». Cultuur is een mooi woord. Maar een artiest moet ook zijn brood verdienen.
« Je n’aimerais pas laisser à penser que notre Fédération n’a pas suffisamment de talents, alors que nos acteurs sont immensément talentueux. » (Joëlle Milquet)
Een Magritte is een aantrekkelijke mijlpaal op de road to success. En in 2016 bleek men enkel oftewel bekende Franstaligen oftewel Vlaamse nieuwelingen te willen promoveren. Een aantal talentvolle Franstalige acteurs stellen zich dan de vraag of ze door hun gemeenschapsprijzen feitelijk nog bediend zijn. Ze komen uit de Franstalige scholen en Conservatoria, betaald door hun familie via de belastingen, georganiseerd door hun gemeenschap onder de verantwoordelijkheid van hun minister Joëlle Milquet. Ze horen dagelijks dat Vlaanderen iets anders is, dat de Vlamingen het beter doen — ja, zelfs wanneer ze uw column lezen hebben ze die indruk. Dan begrijpt u toch dat een aantal van die acteurs, technici, schrijvers, die vaker werkloos zijn dan hun Vlaamse medeburgers, verbijsterd zijn ?
Mogen de Franstalige hun eigen cultuurprijzen nog bespreken ?
De contestatie ontstond onmiddellijk, maar is heel discreet gebleven, omdat protesteren tegen de Magritte’s van Veerle en Wim leek alsof men mensen in hokjes plaatste. Omdat het te moeilijk was om het proper uit te leggen. Omdat niemand een slechte sein wou sturen naar de volgende jury’s : het is fantastisch dat Vlaamse talenten meedoen aan Franstalige films en Magritte-beeldjes mogen thuisbrengen, en dat moet nog gebeuren. Maar de gemeenschap die deze prijzen uitreikt en voor wiens leden ze bestemd zijn moet centraal blijven. Dat geldt ook voor de Ensors, de Césars, noem maar op. Anders ontstaat er verbijstering, angst, allemaal slechte gevoelens.
Er werden dus maar twee kritieke artikelen gepubliceerd. « Comédien francophone, une espèce menacée », door Jacques De Decker, schrijver. En « Malaise aux Magritte« door Fernand Denis, journalist. Maar het debat ging aardig door tussen gesloten deuren. Twee parlementsleden (PS en CDH) vonden dat de zaak openlijk moest besproken worden. Terecht. Maar in haar antwoord kon Milquet enkel vaststellen dat de votes van 800 juryleden tot een merkwaardige, onverwachte en inderdaad omstreden resultaat hadden geleid. Kan men zoiets vermijden ? werd haar gevraagd. En ze stelde dat het wel kon, door de muur tussen de twee gemeenschappen af te breken. « Eng-nationalistisch », Bart ?
« Wat de polemiek betreft na de opening van de Magritte aan Vlaamse talenten, stel ik de vraag van de opportuniteit om de Ensors en de Magritte’s samen te bundelen om de Belgische film tijdens een gemeenschappelijke ceremonie te vieren. Zou het niet wijzer zijn om de talentvolle Belgische cinema aan de twee kanten van de taalgrens te promoten ? » (Joëlle Milquet)
Bart, vraag eens aan Geert Bourgeois — die de perplexiteit van Milquet ook zo afschuwelijk vond — of hij zo’n gemeenschappelijke viering ziet zitten ?
Het wordt even wachten, denk ik.
Intussen organiseert iedere gemeenschap haar eigen film-awards. De eindbedoeling is voor iedere taalgroep om meer artiesten aan het werk te krijgen. Meer verkopen. Meer werkgelegenheid creëren. En eigen volkje trots maken over eigen industrie. Regionalisten en autonomisten hebben het zo gewild. Veerle Baetens bleek zelf perplex : « Zitten we hier op de Ensors » ? glimlachte ze (in het Frans) toen ze die Magritte kreeg.
Een mogelijke antwoord is « Neen, Veerle’ want op de Ensors kreeg geen Franstalige ooit een Ensor van beste acteur in een hoofdrol. Een doublé is misschien zelfs niet denkbaar. Hieronder de lijst van de ‘transgemeenschappelijke’ nominaties en prijzen aan beide kanten van de taalgrens. Wat acteurs betreft zegt het boekdelen.
Wat Joëlle Milquet betreft, ze moest de confrontatie aangaan. Want achter die stille controverse schuilde angst. Een existentiële angst. De vraag of Franstaligen als gemeenschap (mogen) bestaan. Of ze af en toe een beetje patriot mogen zijn, wetend dat ze nog steeds niet echt weten wat hun patria is — buiten België. En dat ze zich kwetsbaar voelen naast een (te) volwassen Vlaanderen waar moedertaal iets te letterlijk rijmt met vaderland en waar de grootste partij nu al aan het ijveren is voor een zevende staatshervorming inclusief scheiding van de sociale zekerheid, hetgeen het einde van België zou betekenen.
Maar dat kan men misschien noch bijsturen. Indien de Vlaamse editorialist iets minder Vlaams denkt. En degelijk informeert voordat hij iemand — ja, zelfs Joëlle Milquet — aan de schandpaal zet. En ik heb vertrouwen. Want plus est en vous, beste Bart !
Franstalige Ensors (bold) en nominaties (acteurs)
2010 : –
2011 : –
2012 : –
2013 : Mourad Zeguendi, bijrol.
2014 : –
2015 : Babetida Sadjo, bijrol, Jérémie Renier.
Vlaamse Magritte’s en nominaties (acteurs).
2011 : Jan Decleir, bijrol
2012 : Matthias Schoenaerts, hoofdrol
2012 : –
2013 : Matthias Schoenaerts
2014 : Sam Louwyck, Jan Hammenecker
2015 : Manah Depauw, Evelien Bosmans
2016: Wim Willaert, hoofdrol, Veerle Baetens, hoofdrol, Arno Hintjens
Muziek :
Een jaar op twee werd de Magritte voor beste muziek door een Vlaming gewonnen (3), plus vier andere nominaties. Het omgekeerde is nog nooit gebeurd.
Anderen categorieën : Nathalie Leborgne kreeg een Ensor (costuum) Catherine Marchand, een nominatie en een Ensor. Het omgekeerde is nog nooit gebeurd. Hubert Pouille (AD/Decor) kreeg twee Ensors, waarvan één hetzelfde jaar en voor dezelfde film (Marina) als een Magritte. Het omgekeerde is nog nooit gebeurt. Beeld : N. Karakatsanis werd genomineerd voor een Magritte voor Rundskop. Het omgekeerde is nog nooit gebeurd.
Benchmarking : 17 Vlamingen op de Magritte, 8 Franstaligen op de Ensor, enkel rekening houdend met de gemeenschappelijke categorieën. Deux fois plus est en nous, Bart Eeckhout !
28 Comments
Salade
mars 06, 21:57Chantal Dandrifosse
mars 06, 22:03pascalmathieu
mars 06, 22:14Bauthière
mars 06, 22:28Marcel Sel
mars 06, 22:51pascalmathieu
mars 06, 23:56Marcel Sel
mars 07, 01:33Jester
mars 07, 15:59Tournaisien
mars 07, 23:21pascalmathieu
mars 12, 23:42Marcel Sel
mars 16, 22:27Barry
avril 07, 10:11marcel
avril 07, 11:59Jan
mars 06, 22:45Marcel Sel
mars 06, 22:56Magritte, Milquet… les Francophones peuvent-ils encore exister ? – UN BLOG DE SEL
mars 06, 22:48Rivière
mars 06, 23:17Marcel Sel
mars 07, 01:32Rivière
mars 07, 12:41lievenm
mars 07, 10:54Marcel Sel
mars 08, 01:30lievenm
mars 08, 09:49Marcel Sel
mars 09, 13:23u'tz
mars 10, 00:40hansen
mars 07, 19:08Capucine
mars 07, 19:58u'tz
mars 10, 00:08wallimero
mars 10, 22:54