Breaking : Marcel Sel 4de op lijst N-VA in Brussel !
«Geef tô nâ, ge zaeit ne Vlôming, man !» zei hij plots. Ja, Bart De Wever in persoon ! Wij zaten samen met Jan Jambon in een gemütliche Brusselse restaurant en hadden net een Waterzooi de poisson op onze schotels zien aankomen. De naam van het gerecht op de kaart had Bart niet geschoffeerd. «Brussel es twietoalig, as ze mor ‘waterzooi’ schraijven meugen ze dor ‘poisson’ bae zette. Ik bennekkik ne democroat, he».
Jan was minder content.
— Een waterzooi met vis, da’s weer een arrogante visie van een francofoon op een Vlaams gerecht, he ! Alsof de originele waterzooi met kip minder elegant was ! Verdomme ! Die bourgeois !
— Wat heift Geert doarmee te moaken ? vraagde Bart.
Het was een grap. We moesten lachen.
Voor het accent van de «serveur» had De Wever minder begrip : «Da’s wèèr ne francofoon déé Vloms oep ‘t schôl hééft gelierd, joenge ! joenge ! joenge ! En dat accent ! Da’s toch ni te doan ». De kelner had ons een «vatèrzouille van vis» gesuggereerd. «Het iz eune lekkeure guerekt». Tja…
Je zult mij vragen : «Marcel, hoe komt het dat je met twee NVA-ers bent gaan eten ? Jij ?» Even uitleggen.
Een dag vroeger afficheerde mijn iPhone 3GS plots een onbekend nummer. Ik kon mijn oren niet geloven toen mijn correspondent zijn naam gaf : het was Karl Vanlouwe, Brusselse senator van de N-VA ! Ik stond zelfs stom toen hij zei van : «Marcel, Bart wilt je ontmoeten». Wat ? Bart De Wever ? De man over wie ik een pamflet van 426 pagina’s heb geschreven ? «Iedereen maakt fouten», zei Karl op een rustige, vriendelijke toon. «Trouwens, wij begrijpen hoe zuur een man kan worden wanneer hij zijn eigen identiteit negeert. En wij kunnen je helpen». Ik was nieuwsgierig. Ik aanvaarde dus een meeting met «den Bart». Zo kon ik tenminste zijn versie horen. Na zijn uitleg, begreep ik trouwens dat alles wat ik over hem had geschreven «pure kwatsch» was. Zo begon mijn bekering.
Wat mij uiteindelijk overtuigde ? Mijn identiteitsprobleem ! Jarenlang heb ik gedacht dat ik een Franstalige Brusselaar was, met Duitse, Hollandse, Italiaanse en ook Vlaamse roots. Dit stoorde mijn denkpatroon : al mijn gedachten waren overdreven genuanceerd. Ik kan u verzekeren dat zoiets je leven echt moeilijk maakt ! Stel je voor : je moet rekening houden met vier verschillende taalgevoeligheden. Je moet begrijpen dat een Duitstalige Belg razend is wanneer hij een Waal nu nog hoort zeggen dat hij een «boche» is. Je moet meelijden met een Waal die voor de duizendste keer moet horen dat hij lui is. Je moet beseffen dat de Vlaamse emancipatie een grootse en nodige strijd is (was) (nee : is) (eigenlijk : «blijft»). En je moet zorgen dat je af en toe pasta eet. «A leiven es te moijlaek, Marcelleke, we gomma da simpeler moake», zei Bart, met een empathische glimlach.
Net daarna riep hij «zet dei ploat af, zeg». De blijkbaar Vlaaminghatende baas van de restaurant had een liedje van Daan laten draaien ! Ik begon te begrijpen hoe het voelt om als Vlaming in Brussel te gaan eten ! Ze zoeken alle mogelijkheden om je te pesten sans en avoir l’air !
Vanlouwe had mij de vorige dag nog uitgelegd hoe ze daar op het idee zijn gekomen om mij als mogelijke partijgenoot te zien. Heel simpel : op de N-VA hebben ze een aantal van mijn blogteksten geanalyseerd. Hun FrankiljonScanner™ — een variant van de FascistenScanner ™ die ze hadden gebruikt om de slechte Belangers te filteren en enkel de waren democraten uit de partij van Dewinter aan te werven voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 — heeft getoond dat ik zeer hoog scoorde op de thema «Vlaamse Beweging». Ik kreeg zelfs een Daens-nota van 99% omdat ik ergens had geschreven dat de Avenue Charles Woeste de Adolf Daenslaan moest worden. Ik scoorde ook heel goed op «Verdediging der Vlaemsche tael», een test dat nog van Albrecht Rodenbach dateert maar niettemin nog steeds efficiënt is. Ze waren eigenlijk wel verbaasd, op de Barricade. Zij moesten zelfs verschieten dat zij zolang een verloren Vlaming in de steek hadden gelaten ! Zij hadden altijd gedacht dat ik een Vlaminghater was, zoals Maingain, Happart, Eyskens, Tuymans en, na zijn bekering tot het FDF, Eric Van Rompuy ! Quod non.
Na een diepere onderzoek bleek dat ik, zoals Jacques Brel, besmet was door een Identitis Multipla-virus. In andere woorden, gezien ik mijn Vlaamse identiteit door andere, buitenlandse identiteiten had laten besmetten, kon ik mij niet meer herkennen als lid van mijn eigen, enige, en toch een beetje superieure gemeenschap waar «wat men zelf doet» zoveel beter gedaan wordt. Omdat ik «een scheefgepoepte Vlaming» was, aldus Jan Jambon, had ik een gevoel van angst en het onnozele geloof dat de Vlaamse Natie mij niet meer zou accepteren. Integendeel, zei Jan. «Verloren schapen en zonen zijn uiterst welkom in onze warme, inclusieve samenleving !» Om van mij een volwaardige Vlaming te maken moest ik echter nog wat inspanning leveren. Maar ik mocht rekenen op een les «Vlaamse Cultuur», de complete werken van Micha Mara en Will Tura, een Vlaamse kookboek met een speciale hoofdstuk «varkensvlees» gesponsord door de Boerenbond, en een jaar immersiecursus op de Antwerpse dokken. «Ge moat iest goe Antwârps klappen, dan moar Neiderlands liere, anders kraeigt de ne vies accent gelaek as den Kris Peiters», zei Bart op een professorale toon. Ik was verbaasd.
— Ik dacht dat de N-VA een jacobinistische partij was die dialecten wilde verwijderen en overal het Algemeen Nederlands opleggen, zei ik.
— Da’s woar, antwoorde Bart. Mor ge wet oek dat Antwârps de oertoal is he, da meuge waele ni echt zeggen want anders verlieze we de stemme van de West-Vloamingen en de Limburgers…
Toen stelde Jan Jambon mij om nog een stap verder te gaan. Vlaming zijn is al goed, maar een goeie Vlaming worden, daar kunt je niet naast kijken als N-VA’er ! Het tweede pakket was dus nog boeiender: een goeie Vlaming worden, daar droomt iedere scheef gepoepte Vlaming uit Brussel van, alleen beseft hij het niet. Ik kreeg dus de mogelijkheid om lid te worden van de Vlaamse Volksbeweging, inclusief een café-klash met Peter De Roover bij hem thuis, rond een bakje koffie (met chicoree, niet die buitenaardse Nespresso !) en een zakje babelutten. Ik kon daarbij ook rekenen op gratis ingang op de Zangfeest, meedoen aan een KVHV-Leuven-cantus en een speciale cursus dat mij ging overtuigen dat de NSV helemaal geen extreemrechtse organisatie was. Eigenlijk is niets in Vlaanderen extreemrechts. Alleen Franstalige kunnen zo extreem zijn. Bart gaf me enkele voorbeelden : Maingain, Di Rupo, Charles Michel, enz.
«Spaeitig genoeg kunde ni nor den Aiezerwoake goan tot da Vloanderen onafhakelijk is, Marcelleke.» zei Bart. Jan legde dit uit : «Wij willen er zo proper als iets uit zien, dat kun je begrijpen. Anders verliezen we een pak Vlaamse kiezers. Ik hou nu zelfs mijn mond over onze echte ambitie : een jarenlange crisis provoceren tot dat de Franstaligen begrijpen dat er geen Federale regering meer kan geformeerd worden». Bart : «Oep ‘t model van Tsjechoslowakije, weutte» ?
Jan moest plots lachen : «de Vlaamse kiezer is soms echt blind, he : we organiseren een manifestatie met Catalanen en Schotten om te eisen dat referenda voor de onafhankelijkheid van volkeren overal wettelijk wordt in Europa, en niemand merkt dat wij zelf een referendum in Vlaanderen uitlsluiten!»
— «T’es onze fout toch ni as de Vloamse republeek ginne mierderhaed kraeigt in Vloanderen, he Marcel ? As we nae ne referendum organiseire, es het slecht veur de Vloamse noatie !
— Maar jullie — euh — wij zijn toch een democratische partij ?
— Absoluut, zei Jan. Maar de Vlaamse natie staat boven alles, zelfs boven de Vlaamse democratie. Wij nationalisten weten beter dan de Vlaamse kiezer wat goed is voor hem/haar. Jij kunt daar ook van genieten. Stel je voor : een nationalist hoeft zich geen vragen meer te stellen over wie hij is !
Ik was onder de indruk. Dankzij nationalisme is alles netjes in goeie orde. Natie boven, democratie onderaan, iedereen weet wie hij is… prachtig ! Van zo’n gemeenschap wilde ik graag lid worden ! «Maar in je campagne moet je wat ik je net vertelde momenteel niet vermelden, anders verliezen we kiezers en dus postjes !» zei Jan. Ik viel bijna uit mijn stoel : «maar ik dacht dat de N-VA net geen postjes-partij was ?» «Wees toch niet zo naïef ! Wij zijn een politieke partij, he Marcel ! Trouwens, straks krijg je een zetel in het Brusselse parlement en daarbij een mooie pensioen ! Je Vlaamse identiteit wordt beloond !»
Zo merkte ik dat mijn Vlaamsheid al een feit was : toen Jambon het woord «pensioen» had uitgesproken, besefte ik dat ik inderdaad bang was dat ik op mijn 65ste verjaardag plots zo arm zou worden als een Waalse werkloze syndicalist ! Op dat moment wist ik dat ik geïnteresseerd was door die 4de plaats op hun Brusselse gewestelijke lijst, die ze mij hadden voorgesteld. Maar ik aarzelde nog even.
— Wacht, heren… Indien ik straks campagne voer voor en met de N-VA, mag ik dan nog Frans spreken thuis met mijn kinderen ?
Bart en Jan zuchtten.
— Marcel, zei Jambon, wil je echt dat je eigen kinderen hetzelfde meemaken als jij ? Dat zij jarenlang belast worden met minderwaardige identiteiten zoals de Franse of de Italiaanse terwijl ze nu al rasechte Vlamingen kunnen worden ? Had je Catalaanse of Schotse wortels, dan zou ik het nog begrijpen. Maar Franse wortels ! Arme kinderen ! Doe daar iets aan !
We aten nog een «Coupe glacée au speculoos», dronken een afschuwelijke Italiaanse koffie (nog geen 2 cl… en ze noemen dat een «cultuur» !) En toen was het zover : we gingen afscheid nemen. Ik verliet mijn nieuwe partijgenoten op een vervuilde Brusselse stoep, wandelde tot bij mij thuis, doodsbang voor een mogelijke agressie, ik belde de politie om een zware overlast te signaleren (een groep van 4-5 allochtonen spraken luid op ‘t straat en het was al bijna negen uur ‘s avonds) en — guess what — ik kreeg een Nederlandsonkundige agent aan de lijn die het woord «overlast» niet begreep ! Thuis opende ik de brochure die ik van mijn nieuwe vrienden had gekregen, met tips om een hele scheefgepoepte Brusselse familie te vervlaamsen. Mijn kinderen zullen voortaan niet meer om 8u maar om 6u eten. Voor iedere barbecue zal ik zorgen dat ik eerst iedere buurman verwittig. Ik zou de Waalse Lucky Luke door Suske en Wiske vervangen. We zouden nog een keer per week spaghetti alla Bolognese eten maar wel met mes en vork, en maximum een keer per maand couscous, anders worden wij weer multikul wat uiteraard flauwe kul is. En wanneer er een foor is in mijn kalme en propere buurt (hetgeen niet zal kunnen indien mijn partij niet massaal verkozen wordt), eerst mijn kinderen laten genieten van de laatste attracties en daarna gauw klagen van dat onverdraaglijke overlast.
Voilà. Dat was het. Nu moet ik u laten. Ik heb net mijn eerste exemplaar van Doorbraak gekregen. Daar moet ik heel veel aandacht aan besteden, heeft Jambon mij uitlegelegd.
Het enige waarmee ik nog aarzel is meedoen aan de TAK-manifestaties. Een goeie Vlaming worden is niet evident wanneer je zolang een franskiljon ben geweest. Er is dus nog werk aan de winkel. Maar wie weet, volgend jaar zet ik misschien de absolute stap : niet alleen een echte Vlaming zijn — zelfs niet zomaar een goeie Vlaming — maar wel een uitstekende Vlaming ! Een die voor de poort van het gemeentehuis van Linkebeek mee roept van «cyaankali voor het FDF» en «Franse ratten, rol uw matten».
Dus, op 25/05 weet je wat je moet doen : kies voor Marcel Sel, 4de N-VA voor het Brussel parlement. En straks geniet je van een hoogwaardige burgerschap in een warme en inclusieve samenleving waar iedereen thuis is, als je maar niet te laat gaat slapen, je kinderen niet op straat laat spelen, waterzooi MET KIP eet, liever een décolleté draagt dan een hoofddoek, en tussentaal… oeps… Nederlands spreekt. Kom me nu niet vertellen dat dit te veel gevraagd is, he !
P.S. aan de Antwerpenaars : Neem het ma astableeft ni kwoalek da maene versee van Antwârps er em bekke caricaturaal oet zeet. Ik ben mor pas begoenne met mijn stage oep den dok.
2 Comments
Willy Dupont
septembre 12, 13:56marcel
septembre 13, 07:16